Voorbeeld: zomerschool Vlissingen

Voorbeeld: zomerschool Vlissingen

Levensecht leren in Vlissingen

Drie basisscholen en 2 scholen voor voortgezet onderwijs doen mee aan de zomerschool Vlissingen. Alle scholen hebben te maken met taalachterstanden. Daarom krijgt vooral het woordenschatonderwijs op alle scholen veel aandacht.  

Waarom?

Doel is het duurzaam verhogen van de leerling-prestaties in het basis- en voortgezet onderwijs door het aanbieden extra leertijd voor achterstandsleerlingen (focus ligt op Nederlandse taal en rekenprestaties), het duurzaam verhogen van de leerling-prestaties in basis- en voortgezet onderwijs door de inzet van effectieve werkwijzen, het realiseren van een betere overgang van deze groep leerlingen van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en het tegengaan en voorkomen van onderpresterende leerlingen.

Voor wie?

Voor onderpresterende leerlingen en achterstandsleerlingen uit de groepen 5 t/m 8. Er vindt een selectie plaats op basis van lengte van inschrijving en vervolgens op basis van D- en E-scores . In 2012 is gestart met een groep voor leerlingen van 13 of ouder. Het aantal deelnemers in het eerste jaar viel tegen, daarom wil Vlissingen in een volgend jaar in een andere vorm, zoals Summercourses met nadruk op Engelse les, met leerlingen van 13 jaar of ouder te gaan werken. 

Filmpje over de zomerschool in Vlissingen

Zomerschool Vlissingen from Thumbed on Vimeo.

Hoe?

  • Leerlingen kunnen in de zomervakantie 4 tot 6 weken deelnemen aan de zomerschool in Vlissingen. Dit betekent dat leerlingen in principe de hele zomervakantie terecht kunnen op de zomerschool.
  • Deelname is vrijwillig.
  • Het programma is mede afgestemd op de wensen van de leerlingen. Aan het begin van het project wordt gekeken naar waar leerlingen beter in willen worden. De leerlingen formuleren een persoonlijk onderwijsdoel, waaruit een leerplan rolt. In een gesprekje wordt regelmatig gekeken naar het verloop en de effecten van de activiteiten (portfolio).
  • Wekelijks is er een centraal thema. In de ochtenden wordt gewerkt aan rekenen, taal en lezen. In de middag wordt  gewerkt aan ‘levensecht leren'; leren met je hart en met je handen. In de middag komen gastdocenten, bijvoorbeeld rappers of kunstenaars vertellen over hun vak, gaan leerlingen op bedrijfsbezoek, gezamenlijk inkopen doen voor een maaltijd of een excursie voorbereiden, dat plan uitvoeren en verslag maken.
  • De kinderen formuleren wekelijks uitdagende leerdoelen die zij willen bereiken. Elke week en aan het eind van de zomer bekijken ze of die leerdoelen hebben gehaald. De werkwijze is gebaseerd op onderzoek van onderwijsdeskundige Robert Marzano. Belangrijk zijn de coöperatieve werkvormen; individuele momenten worden afgewisseld met werken in groepen. Het hebben van plezier bij de activiteiten staat centraal omdat dit de interne motivatie sterk stimuleert.
  • Het onderwijs wordt verzorgd door ‘zomerschoolleerkrachten' en onderwijsassistenten. Per groep van ongeveer tien leerlingen is er één leerkracht en één onderwijsassistent. Twee docenten van vo-scholen geven gastlessen. Het benoemen van leerkrachten met een allochtone achtergrond bleek op een van de scholen een groot succes. Zij hebben affiniteit met de doelgroep, omdat ze zijn opgegroeid of wonen in dezelfde buurt als de leerlingen. Ze weten wat er leeft en speelt. Een islamitische onderwijsassistent heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ouders meer vertrouwen kregen in de zomerschool.

 

"De leerlingen geven aan dat ze thuis niets te doen hebben. Ze vervelen zich als ze niet op vakantie gaan. Als je naar de zomerschool gaat, leer je daarnaast ook nog eens extra dingen. Het voelt wel als vakantie om naar de zomerschool te gaan."

 

Hoe gaan ze verder na 2013?

De kans is groot dat het project na 2013 gedeeltelijk wordt voortgezet. 

Wilt u meer weten?

Contact: Emile Eshuis (projectleider)

E-mail: eeshuis@rpcz.nl

Telefoon: 06 21821947