Ouderbetrokkenheid bij een zomerschool
Bij de organisatie van een zomerschool is het van belang om na te denken over de (mogelijke) rol van ouders. Zij moeten er immers voor zorgen dat hun kinderen tijdens de zomerweken aanwezig zijn op school. Bovendien kunnen betrokken ouders bijdragen aan de motivatie van hun kinderen voor de zomerschool en aan betere leerresultaten. We onderscheiden in dit kader drie niveaus van ouderbetrokkenheid: 1. Ouders zijn vooraf geïnformeerd over de zomerschoolHet is belangrijk dat ouders vooraf weten wat de zomerschool inhoudt en waarom deelname belangrijk is voor hun kind. Dat kan bijvoorbeeld door middel van schriftelijke informatie of informatiebijeenkomsten. Het is aan te raden om vooraf goed na te denken over de positionering en het imago van de zomerschool. De ervaring leert dat een positieve benadering wonderen doet. Dus niet: het gaat niet goed met jou dus je hebt extra les nodig, maar: wij geloven in jou, dit is een kans om te laten zien wat je kunt! Een stevig, positief imago draagt bij aan de betrokkenheid en de motivatie van leerlingen én ouders. 2. Ouders committeren zich aan de zomerschool, bijvoorbeeld door middel van een contractBenadruk dat deelname aan de zomerschool niet vrijblijvend is. Dat kan bijvoorbeeld door vooraf intakegesprekken te voeren met leerlingen en ouders, waarin de wederzijdse verwachtingen worden besproken. Ook kan met leerlingen en ouders een contract worden gesloten. In het contract kunnen afspraken worden opgenomen over de aanwezigheid van de leerling en de duur van de deelname. Voorbeeldcontracten kunt u vinden in de toolbox.
3. Ouders zijn betrokken bij het lesprogrammaOm daadwerkelijk onderwijsondersteunend gedrag van ouders te stimuleren, is het van belang om ouders bij het lesprogramma te betrekken. Van belang is dat activiteiten betrekking hebben op de onderwijsinhoud; het verlenen van hand- en spandiensten door ouders heeft in educatief opzicht weinig meerwaarde. Het betrekken van ouders bij de onderwijsinhoud kan in laagdrempelige vorm door hen regelmatig te informeren over wat er tijdens de zomerschool gebeurt. Bijvoorbeeld door korte gesprekjes tussendoor of door een korte terugkoppeling over de leervorderingen via e-mail. Ook kunnen er momenten worden georganiseerd waarop leerlingen aan de ouders laten zien wat zij geleerd hebben (bijvoorbeeld in een presentatie).
Een intensievere vorm is om ouder-kind opdrachten mee te geven, waarmee ouders en kinderen zelf in de andere weken van de zomervakantie aan de slag kunnen. Een zomerschool duurt vaak relatief kort, de zomervakantie duurt langer en de periode waarin geen taalonderwijs wordt gegeven duurt vaak nog iets langer (vaak wordt aan het eind van het schooljaar en het begin van het nieuwe schooljaar weinig of geen taal of rekenonderwijs geboden; dat geldt in het bijzonder voor leerlingen in groep 8). Om echt resultaat te boeken op cognitief gebied, is aan te bevelen om ook aandacht te besteden aan de weken waarin het kind niet de zomerschool bezoekt (onderwijsvrije- of onderwijsluwe periodes). Dat kan door gerichte handvatten voor onderwijsondersteunend gedrag aan ouders te bieden of eisen te stellen aan het bezoek van de zomerschool (minstens 3 boeken lezen of een beginpresentatie geven).
Ouderavonden over onderwijsinhoudelijke thema's Een idee van de BSA in Utrecht is om informatieve ouderavonden te organiseren over onderwijsinhoudelijke thema's. Zo ging de eerste bijeenkomst over de relatie tussen lezen en de Citotoets. De reacties van ouders waren positief: ze waren er blij mee om ‘op niveau' te worden aangesproken en een serieuze gesprekspartner te zijn. De BSA verwacht op deze manier ouders beter te equiperen voor het vervullen van een onderwijsondersteunende rol. Het komende jaar wil de BSA doorgaan met deze informatieavonden voor ouders. |
||